dinsdag 11 maart 2014

Aankondiging: "Het Nieuwe Christendom" - Reeks voorlezingen over de Bijbel opgedragen aan Belle van Zuylen


In de voormalige Hervormde Kerk in Oud-Zuilen zullen in het kader van de Willehalm Ridderorde van het Woord (i.o.) op zondagsmiddags van 6 april tot en met 29 juni de 12 hoofdstukken uit het dit jaar verschijnende boek “Antroposofische beschouwingen over het Oude Testament” van Valentin Tomberg ten gehore worden gebracht en wel door de vertaler Robert Jan Kelder van de Amsterdamse Stichting Uitgeverij Willehalm Instituut. Na de zomer zal deze aan Belle van Zuylen opgedragen reeks voorlezingen met de 15 hoofdstukken uit Valentin Tombergs “Antroposofische beschouwingen over het Nieuwe Testament en de Openbaringen van Johannes” van 7 september tot en met 21 december afgerond worden. De voorlezingen zullen omlijst worden door een tentoonstelling van “De Deugden – Op naar een nieuwe hoffelijkheid” die verleden jaar in het Amsterdamse Stadhuis gehouden werd met de verluchtingen van Jan de Kok voor de 12 maandmeditaties van Herbert Witzenmann uit diens levenskunstwerk voor de adel van de geest “De Deugden – Jaargetijden van de ziel”. 


Op de “beleefroute door het land van Zuylen” treft de wandelaar bij het in 1654 door Adam van Lockhorst gebouwde kerkje in dit rijke cultuurhistorisch gebied rondom het slot Zuylen een leestafel aan met de volgende bekentenis van de achttiende-eeuwse schrijfster en componiste Belle van Zuylen: “Beste wandelaar, dit kerkje was al meer dan 100 jaar oud toen ik op Zuylen woonde. Ik ben protestant opgevoed en hoopte christen te zijn. Mijn vraag aan God om mij religie te laten begrijpen is nooit beantwoord. Ik kwam altijd ziek van verveling of vol treurige twijfel de kerk uit. Het lukte mij niet om van een godsdienst te houden zolang deze een deel van Gods schepselen uitsloot van het beloofde geluk. Het kan toch nooit goed zijn dat de ene mens wordt gered omdat hij gelooft en de andere niet, omdat hij niet gelooft? – Het kerkje is niet meer hetzelfde als dat waarin ik ben gedoopt en getrouwd. Maar het is nog even klein en pittoresk.”
Als een van de kritische geesten “avant la lettre” die hun religieuze behoeften niet (meer) door het hen aangeboden christendom konden bevredigen en aldus de kerk verlieten om elders hun zielenheil trachten te vinden, kan men dus ook Utrechts meest beroemde bewoner Belle van Zuylen beschouwen. Zij zocht immers tevergeefs een nieuw soort christendom dat niet meer alleen op geloof, maar op inzicht en kennis was gebaseerd. 

Juist daaraan voldoen de bovengenoemde, oorspronkelijk in het Duits geschreven werken van de in 1900 in Sint Petersburg van Duits-Estlandse Lutherse ouders geboren en op vakantie in Majorca in 1973 als katholiek gestorven Valentin Tomberg. Van 1938 tot 1944 woonde en werkte hij ook in ons land (o.m. in Amsterdam) en hield hij in 1938 en 1939 in Rotterdam voordrachten  binnen de Antroposofische Vereniging in Nederland over "Innerlijke ontwikkeling en de rozenkruisers-weg", dat binnenkort in een Nederlandse vertaling door de Uitgeverij Achamoth wordt uitgegeven, en “De vier Christusoffers en het verschijnen van Christus in het etherische” (nog niet vertaald). 


Zoals al zijn antroposofische werken, borduren zijn diepzinnige beschouwingen over de Bijbel voort op datgene wat Rudolf Steiner (1861-1925) in zijn zog. karmavoordrachten te Arnhem in 1924 als het Nieuwe Christendom heeft beschreven, een christendom dat een overgang wil maken van geloofsgemeenschap naar kennisgemeenschap. Daarom zijn deze reeks voorlezingen uit het werk van Valentin Tomberg dan ook aan Belle van Zuylen opgedragen in een poging om vooralsnog haar vraag aan God te doen beantwoorden om religie, met name het christendom, niet slechts te mogen geloven, maar te kunnen begrijpen


Dit evenement is, na de internationale tentoonstelling van “De Deugden – Op naar een Nieuwe Hoffelijkheid” in het Amsterdamse Stadhuis verleden jaar, het tweede initiatief waarmee de Willehalm Ridderorde van het Woord (i.o.), die zich in dienst van Het Nieuwe Christendom wil stellen, in de openbaarheid treedt. 


Deze Civiele Orde is, net zoals de door koning Willem I in 1815 opgerichte Militaire Willemsorde, genoemd naar de persoon van de negende-eeuwse stichter van het oorspronkelijke Oranjehuis in Zuid-Frankrijk, de Frankische Willem van Oranje, paladijn van Karel de Grote en beschermheer van het Keltische christendom, die in 1066 door paus Alexander II tot schutspatroon van de ridders werd benoemd en waarover de Duitse Middeleeuwse dichter Wolfram van Eschenbach zijn beroemde epos onder de titel “Willehalm” heeft geschreven. 


Volgens het door het Willehalm Instituut in 2013 uitgegeven onderzoeksverslag  “Willem van Oranje, Parzival en de Graal – Wolfram von Eschenbach als historicus” van Werner Greub heeft deze Willehalm een leidinggevende rol gespeeld in zowel het ontstaan als de mondelinge overlevering van het historische Graalverhaal van Parzival als ridder van het Woord in de 9de eeuw, reden te meer om deze civiele ridderorde van het Woord onder die naam als aanvulling op de reeds bestaande Militaire Willemsorde van het Zwaard in het leven te roepen. Dat privilege is volgens de Nederlandse Grondwet enkel voorbehouden aan de grootmeester van deze Orde, namelijk onze huidige koning Willem-Alexander. Op 28 mei as., de dag dat de 1202ste sterfdag van Willem van Gellone, zoals hij ook wordt genoemd, wordt herdacht, zal derhalve een petitie aan Zijne Majesteit worden ingediend om deze nieuwe ridderorde van het Woord in te stellen. Deze petitie staat sinds verleden jaar op internet en kan worden ondertekend.


Verdere evenementen die dit jaar in het teken van Het Nieuwe Christendom zullen plaatsvinden zijn boekpresentaties van “Een nieuwe economische orde – Rudolf Steiners sociale organica” van Herbert Witzenmann en 



Programma publieke voorlezingen over het Oude Testament

6 april:           I. Over het wezen van het Oude Testament, voorafgegaan door een inleiding over Het Nieuwe Christendom van de spreker Robert Jan Kelder
13 april:         II. De Jahwe-wezenheid. Haar betekenis in het wereldgebeuren en in de geschiedenis van de mensheid
20 april:         III. Abraham, Isaac en Jacob
27 april:         IV. De geestesoverwinning van Jacob
11 mei:           V. Het kwaad in het wereldkarma aan de hand van de Bijbel
18 mei:          VI. Geestelijke leiding in de Oudtestamentische geschiedenis
25 mei:          VII. Het karma van het Israëlische volk
1 juni:            VIII. Mozes
8 juni:            IX. David en Salomo
15 juni:          X. De Babylonische gevangenschap en de wijsheid van Zarathoestra
22 juni:          XI. De Heilige Geest en de werkzaamheid van Sophia in de Oudtestamentische geschiedenis
29 juni:          XII. Jezus van Nazareth

Plaats:           Kerkgebouw, Dorpstraat 10, Oud-Zuilen aan de Vecht vlakbij Utrecht
Tijd:              15.00 -18.00 uur met theepauze in het nabije restaurant Belle . Deur opens om 13.00 uur
Toegang:      Vrijwillige onkostenbijdrage van een richtbedrag van  €10
Info:               Robert Jan Kelder, info@willehalm.nl
Tel:                020-6944572; 06-23559564

Noot: Het is aan te bevelen om de hele reeks bij te wonen. Voor nieuwkomers zal er een kort overzicht van de voorafgegane voorlezingen gegeven worden en waar nodig enkele verklarende aanwijzingen. Op zondagmiddag 4 mei vindt geen voorlezing plaats. Wijzigingen voorbehouden

maandag 10 maart 2014

Voorwoord van Dr. Elisabeth Vreede van de Engelse uitgave van de "Antroposofische beschouwingen over het Oude Testament" uit 1939

Noot vooraf van de vertaler: Dr.Vreede was naast Dr. Ita Wegman lid van het door Rudolf Steiner samengestelde oorspronkelijke bestuur van de tijdens de zog. Kerstbijeenkomst 1923/24 in Dornach, Zwitserland heropgerichte Antroposofische Vereniging. Zij schrijft in dit voorwoord dat hopelijk ook de Engelse vertaling van de Beschouwingen over het Nieuwe Testament en de Openbaringen van Johannes zullen verschijnen, iets wat pas in 2006 onder de titel "Christ en Sophia - Anhroposophic Meditatons On the Old Testament, New Testament and Apocalypse" met als aanhangsel "The Four Sacrifices of Christ" in Amerika (door Steiner Books) is gebeurd. Interessant is ook dat zij van opvatting is, of in ieder geval de mogelijkheid open houdt,  dat Valentin Tomberg in zijn werk een voortzetting is van datgene wat Rudolf Steiner heeft gebracht. Voor verdere biografische informatie over Valentin Tomberg in het Duits en Engels zie de website van Achamoth Verlag

Valentin Tombergs Beschouwingen over het Oude Testament, voornamelijk bedoeld voor leden van de Antroposofische Vereniging en andere lezers die voldoende bekend zijn met de moderne geesteswetenschap zoals gegeven in de basiswerken van Rudolf Steiner, zijn het begin van een omvattend werk. Ze zijn de eerste van een aantal vervolgpublicaties die de Estlandse schrijver heeft uitgegeven tijdens de laatste paar jaren, oorspronkelijk geschreven en gepubliceerd in het Duits. De twaalf beschouwingen over het Oude Testament, begonnen in het najaar van 1933, werden gevolgd door een andere reeks van twaalf over het Nieuwe Testament. In hun oorspronkelijke vorm waren deze werken al bekend en gewaardeerd door leerlingen in vele landen. Het is daarom zeer te verwelkomen dat de Antroposofische Vereniging in Groot Brittannië het plan heeft opgevat om ze breder beschikbaar te stellen door de uitgave van deze Engelse versie. De Antroposofische Beweging heeft vele waardevolle werken over wetenschappelijke, esthetische, sociale en pedagogische onderwerpen geproduceerd, en we mogen hopen dat deze “Antroposofische Beschouwingen”, die verheven gebieden van het ethische en religieuze leven binnentreedt, ook de nodige waardering zal oogsten.

Natuurlijk is het zo, en de schrijver heeft dat zelf duidelijk gemaakt, dat mededelingen zoals hier weergegeven de lezer niet vrijspreken van de verantwoordelijkheid om zijn vrij oordeel te vellen door ze onder de loep van het onafhankelijk denken en meditatie en ervaring te leggen, net zoals Rudolf Steiner dat ook van ons vroeg om te doen met zijn eigen geesteswetenschappelijk onderwijs.

Wij, die vaak Rudolf Steiners voordrachten hebben gehoord, en er een gewoonte van hebben gemaakt om dus te onderzoeken en testen wat hij gezegd heeft, werden geleidelijk zo van de intrinsieke waarheid van zijn mededelingen overtuigd dat we in staat waren om zijn verdere mededelingen met een open geest en hart, zonder schroom, te ontvangen. Zelfs wanneer de dingen die hij zei ons eerst zeer vreemd voorkwamen, wisten we uit ervaring dat de aanvankelijke vreemdheid in echt begrip en erkenning omgevormd zou worden. Dus ondanks alle beperkingen van zijn toehoorders en leerlingen, hing er altijd een sfeer van vertrouwen en zekerheid om Rudolf Steiner heen waarin spirituele waarheden rijpen en goed tot uitdrukking kunnen komen.

Voor deze “Antroposofische Beschouwingen” moet een dergelijke atmosfeer natuurlijk eerst worden geschapen en dit kan alleen geleidelijk gebeuren door onbevangen studie en onderzoek, en tegelijkertijd door overhaaste oordelen en voorbarige conclusies achterwege te laten. Lezers zouden er goed aan doen om het methodische principe toe te passen dat we ook van Rudolf Steiner hebben geleerd: dat de waarheden van het occultisme elkaar ondersteunen, want alleen op die manier kunnen occulte uitspraken “bewezen” worden. Het feit dat deze beschouwingen – waarop de schrijver in zijn voorwoord van de oorspronkelijke editie uit 1933 heeft gewezen – gebaseerd zijn op de antroposofie van Rudolf Steiner, zal het voor de lezer makkelijker maken om, vanuit de reeds door hem gekende fundamentele waarheden, te begrijpen en af te wegen wat in deze bladzijden verder reikt dan het onderwijs van Dr. Steiner.

Indien dan deze Beschouwingen over het Oude Testament – die hopelijk gevolgd zullen worden door die over het Nieuwe Testament – opgenomen worden met een open geest en een onafhankelijk oordeel, zal de lezer zeker in deze “queeste van het hart” een nog grotere rijkdom vinden om toe te voegen aan de vele diepe spirituele waarheden en sublieme overwegingen die hier weergegeven worden.

* * *