Zoals hier aangekondigd werd op 3 maart in de Grote
Zaal van het Ita Wegmanhuis een allereerst begin gemaakt met het herdopen c.q.
uitroepen van onze hoofdstad van een “Grijs” tot “Wit Magisch Centrum”, en wel door Robert Jan Kelder (links in beeld), in bijzijn van broer
Johannes (rechts) aan de hand van de 5de
voorlezing “Zielsmatige
ontwikkelingswegen en geestelijke wegen van het lot in verband met de
zaligsprekingen van de Bergrede” uit het werk “Antroposofische beschouwingen over het Nieuwe Testament” van Valentin Tomberg en aan de hand van de grafiek “Ons Kosmisch
Systeem” van Willy Conrad (midden in beeld) die in een oogopslag alle geheimen van de wetenschap van de ziel prijsgeeft.
I.
De directe aanleiding van deze herdoop was het feit dat in het
derde deel “De kosmische betekenis van de zaligsprekingen van de Bergrede“ van
dit 5de hoofdstuk aan de hand van twee zinnen uit het Matteüsevangelie
"Gij zijt het zout der Aarde," en "Gij zijt het licht
der wereld," het thema “witte
magie” en de “witte mensheid” aangesneden
wordt en later in de volgende hoofdstukken daar verder ook op ingegaan wordt
(Alle 12 hoofdstukken zijn als werkvertaling hier na te lezen).
In het tweede deel van dit 5de hoofdstuk “De
geestelijke wegen van het lot aan de hand van de laatste drie zaligsprekingen
van de Bergrede” bevindt zich tevens de volgende
voetnoot, die mede een motivatie vormt voor het kader waarin deze reeks van 12
lezingen gehouden werden, namelijk “Gods Rijk op aarde realiseren– De antroposofische
beweging als het Nieuwe Christendom”.
Aan deze voetnoot ging een bijlage aan het eind van de 4de
hoofdstuk van de onderhavige Beschouwingen door de schrijver vooraf, waarin hij
uit Tallinn, de hoofdstad van Estland, o.a.
meedeelt “dat een klein boekje van hem – met de omvang van een ‘Beschouwing’ –
over de Grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner verschenen is, […] dat bedoeld is
als een bijdrage van de auteur aan de Kersttijd van 1936/1937.”
De voetnoot zelf luidt: “Wie de grondsteenmeditatie van
Rudolf Steiner met het bovenstaande vergelijkt, zal kunnen begrijpen, dat
vandaag op een geheel andere wijze de laatste drie spreuken van de
zaligsprekingen door Rudolf Steiner zijn opgestaan. Want bij deze drie spreuken
van de Vader, de Zoon en de Geest gaat het om een opstanding van de drie
laatste zaligsprekingen van de Bergrede.”
Dit klein boekje onder de titel “Enkele resultaten van
het werk aan de Grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner” werd een jaar later weer
vanuit Tallinn uitgebreid met een tweede deel onder de titel ”De
Grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner als grondslag van levensverdieping” en in
1939 met het derde en laatste deel “De Grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner als
openbaring van de ware verhouding van mens en natuur”, dit keer uitgegeven vanuit Rotterdam,
waar hij zich inmiddels op uitnodiging van antroposofische vrienden voorlopig gevestigd
had om zich een jaar later tot 1944 in Amsterdam te vestigen.
Spreker maakte bekend, zoals reeds eerder gedaan, dat mede als gevolg van zijn werkvertaling van dit driedelig werk over de Grondsteenmeditatie van Rudolf Steiner en van die beslissende voetnoot hij mede tot het verdere inzicht is gekomen dat: ten eerste de Grondsteenmeditatie, die Rudolf Steiner t.g.v. de heroprichting van de Antroposofische Vereniging tijdens de Kerstbijeenkomst in 1923 in Dornach, Zwitserland uitgesproken heeft een hernieuwde verkondiging van het door Christus Jezus tijdens het mysterie van Golgotha gestichte Gods Rijk op aarde is, d.w.z. het Rijk van Vrijheid en Liefde van de 10de hiërarchie van de in navolging van Christus uit de zondeval herrezen mens;
ten tweede dat het grote beeldhouwwerk van Rudolf Steiner “De Mensheidsrepresentant, waarin de verzoekerwezens Lucifer (Bijbels gesproken de Duivel) en Ahriman (Satan) door Christus Jezus ten val worden gebracht en vastgeketend worden en dus hun kwaadaardige invloed op de herrezen mensheid verloren hebben, de toegangspoort tot dit Rijk uitbeeldt; dat, ten derde, de 15 statuten die Rudolf Steiner aan de hervormde Antroposofische Vereniging als haar driegelede sociaalorganische constitutie ten grondslag legde het ideële evenbeeld van dit eveneens driegelede beeldhouwwerk is; dat dus, ten vierde, het realiseren van deze 15 statuten als het nieuw beschavingsprincipe, de sociaalorganica, dat Rudolf Steiner als enige taak aan het centrale bestuur toevertrouwde, de gemeenschappelijke bewustzijnsschaal vormen die de hemelse antroposofische beweging voor haar verzorging op aarde nodig heeft; ten vijfde, dat met de term “antroposofische beweging” Rudolf Steiner het “Nieuwe Christendom” bedoelde, d.w.z. de door de huidige tijdsgeest Michaël en de zijnen aan het begin van de 19de eeuw geleide bovenzinnelijke cultus in de geestelijk wereld waar de antroposofie als voorspel voor de daarvoor voorbestemde antroposofische zielen op weg naar hun incarnatie op aarde werd uitgevoerd; ten zesde dat sinds het verloop van de dramatische, om niet te zeggen rampzalige geschiedenis van de Antroposofische Vereniging 9 van deze 15 statuten van de Kerstbijeenkomst niet begrepen en buiten werking gesteld zijn geworden; en tenslotte ten zevende, dat, wil het eeuwfeest van de Kerstbijeenkomst in 2023 op een waardige en dus waarachtige manier gevierd worden, zowel in de Algemene Antroposofische Vereniging in Dornach als in de aan haar gelieerde groepen die in vele landen overal ter wereld als nationale antroposofische verenigingen bestaan (zoals ook hier te lande), deze 15 statuten op een eigentijdse wijze eerst hersteld en dan verwezenlijkt dienen te worden!
Dit laatste aan te sporen is de bedoeling van een motie die spreker zei ingediend te hebben aan de komende Algemene Ledenvergadering van de Algemene Antroposofische Vereniging in het weekeind vóór Pasen in Dornach onder de titel “Naar de bevrijding van de Gemengde Koning aan het Goetheanum en het herstel van de Antroposofische Vereniging”, waarvan de oorspronkelijke Duitse versie hier en een Engelse vertaling hier te lezen is.
Nu terug naar het thema “Herdoop
van Amsterdam als Wit Magisch Centrum”:
II.
Dat onze hoofdstad reeds door wijlen provo en rookmagïer
Robert Jasper Grootveld als Magisch Centrum werd uitgeroepen is
niet iets geheel nieuws; de recentelijk
afgelopen tentoonstelling “Amsterdam
Wit Magisch Centrum – Kunst en Tegencultuur 1967-1970” in het Stedelijk
Museum heeft, zoals bekend moge zijn, hieraan herinnerd. Bovendien werd er een
generatie later nog een schepje bovenop gedaan door de uitspraak uit de academische koker vanuit de in
1999 opgerichte “Chair for the History of Hermetic Philosophy and Related Currents” van de Faculteit Humanities
aan de Universiteit van Amsterdam, die sinds
2012 nauw samenwerkt met de eerder al door Joost Ritman gestichte en nu in het
“Huis van de Hoofden” op de Keizersgracht prachtig gevestigde “Bibliotheca Philosophica Hermetica”,
en die op haar website
stelt: “The presence of a Hermetic library and a Hermetic
Chair make Amsterdam a unique city to pursue the study of Hermetic philosophy
and related currents and makes the city stand out as the ‘Hermetic capital of
the world’”
Welnu, om dit op verantwoorde
wijze te overtreffen moet men wel van zeer goede huize komen, maar dat dit toch
in principe mogelijk is, stelde de spreker tijdens zijn inleiding en commentaar
op de 5de lezing in het Ita Wegmanhuis. Hij wees er namelijk op dat
Amsterdam door Robert Jasper Grootveld weliswaar tot Magisch Centrum werd
uitgeroepen, echter niet als Wit maar Grijs centrum, daar de
provo’s met hun ludieke en antiautoritaire acties, drugs, seks en rock-en-roll
vooral aan het gevoel appelleerde en niet middels een uitgesproken praktisch
toekomstideaal de mensheid waarachtig aan het denken heeft gezet, het denken als het enige zielengebied
waar immers de mens vrij is, c.q. kan worden.
Er werd dus enerzijds voorgesteld om deze geleidelijk overstap van de
grijze naar de witte, heilige d.w.z. christelijke magie te maken.
Anderzijds geldt een
dergelijke vooruitgang te boeken in principe ook voor de herkroning van
Amsterdam, met het devies “heldhaftig,
vastberaden en barmhartig” en keizerlijk troon op zijn Wapen, van “Hermetische Hoofdstad” tot “Christelijke Hermetische
Hoofdstad van de Wereld”. Want het hermetisme, dat naast de heilige magie ook
de ware mystiek en gnosis omvat en dat, naar verluidt teruggaat op de stichter
van het oeroude Egyptische tijdperk Hermes Tresmegistos, werd na het mysterie
van Golgotha aan het begin van onze tijdrekening immers verchristelijkt.
Deze metamorfose is met name recentelijk en vooral tot stand
gebracht door het diepgaand, grenzen verleggend
christelijk-hermetisch, antroposofisch
werk van Valentin Tomberg die, uitgenodigd uit Estland, in 1938 naar
Rotterdam is gekomen en, zoals gezegd, van 1939 tot 1944 in Amsterdam heeft gewoond en
gewerkt, en waar hij aan het begin van de bezetting voor een kleine select
gezelschap in het geheim tot 1943 zijn
zog. “Onze Vader cursus” heeft gehouden ( (in vier delen in het Duits
en Engels
verkrijgbaar).
In de inleiding en
commentaar verleden zondagmiddag werden in dit verband de zinnen uitgesproken die de Nederlands cultuurfilosoof Harrie
Salman in zijn bijdrage “Die Wirkung von Valentin Tombergs Tätigkeit und seinen
Schriften in den Niederlanden” aan het boek “Valentin
Tomberg / Leben – Werk – Wirkung” Band III (Novalis Verlag, 2016) heeft
geschreven en die ook reeds op dit blog “Het Nieuwe Christendom” (hier
in mijn vertaling) te lezen waren : “In de 30ste week van de ‘Onze Vader
cursus’ vergeleek Tomberg Holland en zijn rivierendelta met de Nijldelta in
Egypte. Holland zou de opgave hebben om polariteiten te verbinden (bv. kennis
en openbaring, vrijheid en autoriteit, traditie en vooruitgang). Amsterdam zou
in dit beeld het nieuwe Alexandrië zijn. Hier diende de geestelijke traditie
van Egypte zich verder te ontwikkelen. Valentin Tomberg was vijf jaar in
Amsterdam actief [o.m. in het verzet om neergeschoten Engelse piloten terug naar Engeland te
loodsen]. Zijn activiteit was nog niet expliciet met de [christelijke]
vernieuwing van het Hermetisme verbonden.”
Tevens werd tijdens de
inleiding een passage ten gehore gebracht uit het tweedelige verweerschrift van
wijlen Willy Seiss, de oprichter van het Duitse Achamoth Verlag en redacteur van o.m. de oorspronkelijk door Tomberg
in het Duits geschreven beschouwingen over het Nieuwe Testament, een
schotschrift dat hij (Seiss) geschreven heeft om perfide en volkomen onterechte
aantijgingen tegen de geesteswetenschappelijk onderzochte christosofie van
Valentin Tomberg te weerleggen en om een aanduiding te geven wie deze Tomberg nu
eigenlijk was: "Wie, dat is de vraag, is deze Tomberg die met gewichtige
uitspraken in de openbaarheid en voor de kerken, de Rooms-katholieke alsook de
Oosterse Kerken treedt? Wat zou hem ertoe aanleiding geven om aan deze instituties
de “dimensie der diepgang” – door opname van de door de Christusimpuls
vernieuwde Hermetische traditie – toe te voegen?
Nu was deze Hermetische bron er lang voor de tijd van de
kerkelijke institutionaliseringen, dus lang voor de tijd van de geboorte van
Christus, zoals ook de kerkelijke kringen bekend is dat haar sacramenten
daarvan, van de oude mysteriën van Egypte, zijn overgenomen. Ook de Christengemeenschap leeft van deze
bron van Hermes Tresmegistos die Tomberg in lang vervlogen tijden als leerling
van Zarathoestra was. Zou Tombergs opgave daarin gelegen hebben om die diepe,
oeroude traditie met het christendom of deze met het Hermetisme nieuw, tot
levende traditie, te verbinden?” (Dit
verweerschrift “Der Kampf gegen Valentin Tomberg und seine geisteswissenschaftlich
erforschte Christosophie – Dokumentiert an Hand des Briefwechsel zwischen Valentin
Tomberg und Marie Steiner - Teil B
Briefwechsel – Ein Beitrag zur Klärung der Zusammenhänge“ werd in 1999 door
het Achamoth Verlag Schönach gepubliceerd
en is alleen aldaar
verkrijgbaar.)
Deze opvatting en meer
werd hier te lande in 2017 tot uitdrukking gebracht in de uitnodiging tot
het bijwonen van een dat jaar door het Achamoth
Verlag in Soesterberg georganiseerde bijeenkomst onder de titel “Het
hermetische werk van Valentin Tomberg in samenhang met de geesteswetenschap van
Rudolf Steiner” t.g.v. een boekpresentatie van deel 1 van de 22
Meditaties op de Grote
Arcana van de Taro – Hermetisme en Christendom, een verkenningstocht van
Valentin Tomberg in de vertaling van Maria Schokking-Dufour door de Uitgeverij
Nearchus (waarvan ook deel II intussen is uitgekomen en deel III binnenkort zal verschijnen).
In deze uitnodiging schrijft het Achamoth-team het volgende: “Zeer vereerde vrienden en geïnteresseerden in het antroposofische en hermetische werk van Rudolf Steiner en Valentin Tomberg. Zoals U weet, is het levenswerk van Rudolf Steiner, de antroposofie, een ‘wederopstanding van de Egyptische Mysteriën’, zoals Rudolf Steiner herhaaldelijk zelf heeft gezegd. Wie was nu de grondlegger van deze Egyptische mysteriën? Dat was Hermes, die het astraallichaam van de grote Zarathustra erfde en sindsdien dit astraallichaam draagt, of anders gezegd, in bewaring heeft gekregen. Deze individualiteit was bijna iedere eeuw geïncarneerd, want hij is de toekomstige Bodhisattva Maitreya, die eens ‘het Goede’ zal brengen. - Deze individualiteit leefde ook in Valentin Tomberg van wie bekend is, toen men bij hem aandrong de vraag te beantwoorden of HIJ de Bodhisattva was: ‘Vraagt U mij liever wie ik was in de Egyptische tijd!’ Toen de vragensteller tot driemaal toe vasthield aan de vraag naar de identiteit van de Bodhisattva, zei Tomberg in alle rust: ‘Hermes, ik was Hermes ten tijde van de Egyptische cultuurperiode.’ Immers, niemand zal direct van zichzelf zeggen dat HIJ de Bodhisattva is.”
Nu behoeven deze vrij programmatische
verwijzingen naar de identificatie van Hermes Tresmegistos met Valentin Tomberg
en diens relatie met de Maitreya Bodhisattva als de toekomstige opvolger van de
Guatama Buddha natuurlijk een gedegen
geesteswetenschappelijk onderbouwing, die hier (nog) niet gegeven kan worden en
blijven deze door velen betwijfelde en zelfs fel bestreden identificaties om te
beginnen dus niets meer dan uiterst gewaagde zo niet onmogelijke stellingen.
Spreker verdedigde deze
door o.m. enkele passages voor te lezen uit Tombergs boek Meditaties op de
Grote Arcana, met name uit het derde Arcanum dat aan het begin (op blz. 84)
de drie soorten magie optekent: “De magie waar de magiër het instrument is van
de goddelijke macht; dat is de heilige [of witte] magie. De magie waar de
magiër zelf de bron is van de magische handeling is: dat is de persoonlijke [of
grijze] magie. De magie, tenslotte, waar de magiër het instrument is van de
natuurkrachten of andere onbewuste krachten, en dat is tovenarij [of zwarte
magie].”
Na het begrip van deze
drie soorten magie iets verder ontwikkeld te hebben en vervolgens voorbeelden
van de praktijk van de heilige magie uit o.m. het Nieuwe Testament (Lucas
7:21,22) gegeven te hebben, citeerde spreker een passage uit het einde (op blz.
115,116) van deze derde van de 22 “Brieven aan de onbekende lieve vriend” van
de “Anonieme schrijver van gene zijde van het graf”(zoals het voorwoord van de
oorspronkelijk Frans uitgave werd ondertekend dat volgens de wens van de
schrijver pas na zijn dood in 1973 uitgebracht zou c.q. had moeten worden): “Het
derde Arcanum van de Tarot is het Arcanum van de heilige magie en daardoor het
Arcanum van de voortbrenging. Heilige magie is de verbinding van twee
wilskrachten, de menselijke en de goddelijke, waarvan een wonder het resultaat
is. De voortbrenging zelf veronderstelt ook de drie-eenheid van de verwekker,
het voortbrengende en het voortgebrachte zelf. Het voortgebrachte is het wonder
dat het resultaat is van de verbinding van een verwekkend en een voortbrengend
principe. Of het nu gaat om een nieuw idee, de geboorte van een kind of wat dan
ook, dezelfde wet van voortbrenging is altijd werkzaam, het is altijd hetzelfde
Arcanum – at van de vruchtbaarheid – dat in het spel is en het altijd hetzelfde
mysterie van de vleeswording van het Woord dat er het Goddelijke prototype van
is.”
Spreker eindigde zijn
herdoop van onze keizerlijke hoofdstad van een grijs tot wit magisch centrum van
de wereld door te benadrukken dat dit nieuwgeboren, voortgebrachte schepsel slecht een
allereerste aanzet was en dat het voortgezet zal worden op 10 maart aan de hand van de 6de voorlezing “Het
Onze Vader als een weg tot de lotsverbinding met God De Vader” en van de daarop
volgende 6 voorlezingen tot de 12de
“Het Pinkstergebeurtenis” op 2 juni en daarna van de 3 voorlezingen van
de “Geesteswetenschappelijke beschouwingen over de Apocalyps van Johannes” en
de 12 “Antroposofische Beschouwingen over het Oude Testament”, waarmee dus alle
25 hoofdstukken uit dit majestueus werk niet alleen beschikbaar online of wellicht in
druk, maar ook in de aura van onze hoofdstad uitgesproken zullen zijn.
Zoals bij de vorige lezingen zal deze 6de lezing ook begeleid worden door een deeltentoonstelling van “De Deugden – Krachten van het Nieuwe Christendom” bestaande uit de tekst van de maandmeditatie van maart “Grootmoedigheid wordt tot liefde” geschreven door de Duitse filosoof-antroposoof Herbert Witzenmann, uit de verluchting van de Nederlandse kunstschilder Jan de Kok en uit de poster voor de tentoonstelling van “De Deugden – Op naar een nieuwe hoffelijkheid” in het Amsterdamse stadhuis in 2013. Spreker wees erop dat door zijn vertaling van dit werk, dat teruggaat op aanwijzingen van Madame Blavatsky en Rudolf Steiner, hij de indruk heeft gekregen dat Herbert Witzenmann de omgangsvormen van De Deugden als de Geesten van de Beweging, Dynamis of Krachten in het middelste koor van de hemelse hiërarchieën heeft afgeluisterd, in begrippen gegoten en op papier heeft weten te zetten, en dat door maandelijks te mediteren op zijn diepgaande filosofisch-antroposofische teksten de lezers zich geleidelijk een weg kunnen banen tot het realiseren Gods Rijk op Aarde.
Zoals bij de vorige lezingen zal deze 6de lezing ook begeleid worden door een deeltentoonstelling van “De Deugden – Krachten van het Nieuwe Christendom” bestaande uit de tekst van de maandmeditatie van maart “Grootmoedigheid wordt tot liefde” geschreven door de Duitse filosoof-antroposoof Herbert Witzenmann, uit de verluchting van de Nederlandse kunstschilder Jan de Kok en uit de poster voor de tentoonstelling van “De Deugden – Op naar een nieuwe hoffelijkheid” in het Amsterdamse stadhuis in 2013. Spreker wees erop dat door zijn vertaling van dit werk, dat teruggaat op aanwijzingen van Madame Blavatsky en Rudolf Steiner, hij de indruk heeft gekregen dat Herbert Witzenmann de omgangsvormen van De Deugden als de Geesten van de Beweging, Dynamis of Krachten in het middelste koor van de hemelse hiërarchieën heeft afgeluisterd, in begrippen gegoten en op papier heeft weten te zetten, en dat door maandelijks te mediteren op zijn diepgaande filosofisch-antroposofische teksten de lezers zich geleidelijk een weg kunnen banen tot het realiseren Gods Rijk op Aarde.
III.
Nadat het pasgeborene op
deze manier gedoopt zal zijn kan, aan de hand van de andere in het Nederlands reeds
beschikbare antroposofische werken van Valentin Tomberg, zoals zijn lezingen in Rotterdam in 1938 “Innerlijke
ontwikkeling en de Christelijke Rozenkruizersweg” en die van een jaar later
daar gehouden “De
vier offers van Christus en Zijn wederkomst in de etherische wereld”, zijn
latere explicit christelijk-hermetische werken ter verdieping van de katholieke
en orthodoxe dogma’s, zoals de “Meditaties op de Grote Arcana van de Tarot” en
de grote hoeveelheid secondaire werken in het Duits, zoals de vierdelige
biografie van o.a. E. Heckman en M. Frensch “Valentin
Tomberg – Leben – Werk- Wirkung”, hopelijk met behulp van de “Chair for the
History of Hermetic Philosophy” aan de UvA i.s.m. de Bibliotheca Philosophica Hermetica, de
Nederlands afdeling van het Goetheamum, Vrije
Hogeschool voor Geesteswetenschappen en esoterisch-christelijke vrijdenkers, een immanent-kritische
discussie op touw gezet worden om tot een gegrond oordeel te komen of de herdoop van Amsterdam van grijs tot wit
magisch centrum of zelf tot christelijk hermetisch hoofdstad van de wereld
op los zand gebouwd en een luchtkasteel is, dan wel dat de onderbouwing van deze herdoop
zulke diepe heipalen in haar zachte ondergrond heeft geboord c.q. nog zal boren
dat het een solide fundering vormt voor haar verdere ontwikkeling tot een “Stad
op de berg”, zichtbaar en stralend voor
alle ogen van de wereld, waar het voorchristelijke hermetische credo van “wat
is boven, is als wat is beneden” nu op een christelijk-hermetische wijze
zijn weerslag vindt.
Om deze ontwikkeling
kracht bij te zetten zal bij de volgende
6de lezing het voornemen
aangekondigd worden om samen met schrijver en uitgever Ewout Storm van Leeuwen
e.a., geïnspireerd door een passage uit de onderhavige Beschouwingen, een nieuw tijdschrift met de titel “De
Godsvriend – Orgaan van de Willehalm
Ridderorde van het Woord (i.o.)” in het leven te roepen.
Toegang is weer gratis, wel
is een vrije bijdrage van ± 10 Euro gewenst. Voor koffie en tee voor deze door
sommige als marathon ondervonden voorlezingen wordt gezorgd bij de inloop en in de minstens drie
pauzes die ingelast zullen worden. Enige voorbereiding ter versterking van het
geestelijke uithoudingsvermogen is daarom aanbevolen.
* * *
Info: Robert Jan Kelder,
Willehalm Stichting
Kerkstraat 386A, 1017 JB Amsterdam
Willehalm Stichting
Kerkstraat 386A, 1017 JB Amsterdam
info@willehalm.nl; Tel. 020-6944572; 06-23559564
Geen opmerkingen:
Een reactie posten